EXPEDITIE UK (deel 2): SHARING IS CARING

De circusateliers maken de oversteek

In 2023 zette Circuscentrum in op het (terug) aanhalen van de band tussen Vlaanderen en Groot-Brittannië. Geen moment te vroeg want zowel Corona als de Brexit dreven een wig. Maar waar een wil is, is een weg. Na een eerste trip in maart trok Circuscentrum eind deze zomer met een delegatie circusateliers naar enkele festivals in Londen en Hull om enkele good practices te delen. In hun bagage als meest waardevolle vraag: hoe kunnen we met het circus een diverse, inclusieve en zorgzame samenleving maken? – Door Liv Laveyne –

Het is een vaak gehoorde kritiek. De meeste circusateliers in Vlaanderen zijn nog te weinig divers en inclusief of kort uit de bocht: overwegend valide, wit en welgesteld. Dat is niet in dovemansoren gevallen bij de ateliers, ze hebben de afgelopen jaren diverse projecten opgezet maar de moeilijkheid blijft dat die vaak tijdelijk zijn waarbij de doorstroom naar de reguliere atelierwerking stropt. Daarom zetten de ateliers meer en meer in op aparte trajecten in kwetsbare buurten of voor kinderen die slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld. Want circus kan een essentiële sleutel vormen tot welzijn, zo blijkt.

Aan het einde van de wereld

Hoe kinderen en jongeren vanuit kwetsbare buurten betrekken bij circus is ook een belangrijke bekommernis voor Verena Cornwall, artistiek directeur van het Kensington & Chelsea Festival. Chelsea staat gekend als een welvarende wijk met als economische goudader King’s Road, een lange straat vol chique winkels maar hoe verder weg van het centrum hoe meer de glimmer vervaagt om uit te monden aan het grauwere minder idyllische adres World’s End. Daar bevindt zich het Chelsea Theater, een klein theatertje geprangd tussen de Saint John Church en enkele appartementsblokken. Bewoners sijpelen er naar beneden, om plaats te nemen op de strandstoelen op het pleintje waar voorstelling ‘CODE’ van Justice in motion speelt.

Dit Brits gezelschap brengt fysiek theater rond maatschappelijke kwesties en doet daarbij steeds intensief vooronderzoek. Zo maakten ze eerder met ‘Bound’ een voorstelling over moderne slavernij binnen de seksindustrie en bogen ze zich over de exploitatie in de bouwsector met ‘On Edge’.

CODE
Copyright Jecsan Jimenez Leon

Hun nieuwe creatie ‘CODE’ focust op de problematiek van de county lines of het drugsverkeer waarbij jongeren, zelfs kinderen tussen de 9 en 12 jaar, worden ingezet als koerier. Ze worden via sociale media en gsmverkeer gerekruteerd om zo als ‘pakezel’ een centje bij te verdienen, maar de gevaren in het criminele milieu zijn legio.

De cijfers in Groot-Brittannië zijn ontluisterend: er zouden zo’n 1000 county lines actief zijn en het aantal veroordeelde minderjarigen tussen 10 en 17 jaar nam tussen 2012 en 2016 toe met 77 procent.

Het decor van ‘CODE’ ademt urban circus, met ijzeren stellingen, een graffiti wand. Een onschuldig skatend kind wordt aangesproken, krijgt eerst een gsm dan geld dan drugs -maar als de deal fout loopt- ook een mes in de hand om uiteindelijk met de familie onder te duiken als de politie aan de deur staat. De voorstelling waarbij een rapper het verhaal doet, terwijl skaters en parkoursrunners de toon zetten, schuwt de moraal niet maar de boodschap komt duidelijk binnen bij het publiek.  Voor Verena is het belangrijk dat deze voorstelling net hier getoond wordt en bespreekbaar gemaakt. Achteraf komen vooral ouders verhaal halen die dan wel bezorgd, dan wel zelf met het probleem geconfronteerd worden door de county lines actief in deze buurt.

‘CODE’ is een harde voorstelling die ook met de nodige trigger warnings wordt aangekondigd – zoals dat de gewoonte is in Engeland: er zullen emotioneel choquerende scènes zijn, een mes zal worden getoond…  Het staat altijd klaar en duidelijk op de aankondigingsplakkaten en wordt auditief vooraf vermeld. Toeschouwers worden ook aangespoord de app te gebruiken die toeleidt naar crisishulp.

De minderheid is de meerderheid

Op vlak van inclusie en diversiteit is de kunstensector in Groot-Brittannië een voorloper in vergelijking met Vlaanderen. Dat is zeker ook merkbaar bij Greenwich & Docklands International Festival.

Over de twee burroughs of grote stadsdelen van Groot Londen waarover het festival zich uitstrekt wordt een lijvige enquête verspreid met vragen als ‘met welke maatschappelijke groep associeer je je?’ (met daaronder een oneindig aantal mogelijkheden). Verandering zit hier vaak al in het taalgebruik. In Engeland spreken ze consequent niet over ‘minderheidsgroepen’ maar over de ‘global majority’.

GDIF
Copyright Noemi De Clercq

Bij elke verbale circusvoorstelling is een doventolk aanwezig en de trigger warnings voor mensen met neurodiverse noden of met betrekking tot mogelijks aanstootgevende inhouden worden overal gecommuniceerd. In het idyllische Greenwich Park -waar ook de bekende meridiaan loopt- staan borden die je als passant kritisch doen nadenken over onze houding rond (dis)ablism en diversiteit.

Toch hoor je  her en der ook kritischer klanken, dat de inclusie soms eerder windowdressing is. Dat er vooral divers wordt gecommuniceerd maar nog onvoldoende divers gewerkt of publiek geworven. Maar zegt Vicki Dela Amedume van Upswing Company: “Vijftig procent van het welslagen in inclusie zit al in de wil om verandering teweeg te brengen, de andere vijftig procent is tijd en middelen en dus ook geld.”

De slechtste motivatie om te diversifiëren is omdat het goed staat in je dossier en je dan een vakje kan aanvinken. Je moet ervan overtuigd zijn dat participeren in cultuur een mensenrecht is.

Vicki Dela Amedume, oprichtser UPSWING

Zij verwelkomt ons in Thamesmead, vlak aan de grens van Greenwich. De wijk, die doorkruist wordt door meertjes en moerasland, wordt omschreven als een opportunity area binnen het stadsontwikkelingsplan van Londen of anders gezegd, het is een plek waar er nog veel onbenutte mogelijkheden liggen. Momenteel zijn het vooral nog de jaren zestig sociale woningbouw met brutalistische betonnen flats die in het oog springen. Die blokken vormden het decor voor de legendarische film ‘A Clockwork Orange’ laat een van de festivalvrijwilligers ter plekke trots weten. In die zin staat de voorstelling ‘Ancient Futures’ van Upswing Company niet eens zo vreemd hier.

Ancient Futures
Copyright Noemi De Clercq

Deze Afrofuturistische productie mixt dans, circus en hiphop met Afrikaans geïnspireerde maskers, queer voguing, capoeira en female empowerment dat refereert aan het matriarchaat gangbaar bij veel stammen in West-Afrika.

Thamesmead heeft de grootste populatie van mensen met West-Afrikaanse origine van het ganse Verenigd Koninkrijk. Vicki met Ghanese roots, groeide zelf ook op in Thamesmead. Voor haar is het in zekere zin een persoonlijk een statement om deze voorstelling hier te kunnen tonen.

Vijftig procent van het welslagen in inclusie zit al in de wil om verandering teweeg te brengen, de andere vijftig procent is tijd en middelen en dus ook geld.

Vicki Dela Amedume, oprichtser UPSWING

“Mijn familie wou dat ik een wetenschapper zou worden, dan verdien je goed je brood en draag je bij aan de maatschappij. Ik heb dan ook wetenschappen gestudeerd, maar mijn hart lag bij circus. Het heeft me veel kracht en discussies gekost om mijn familie te overtuigen van mijn keuze voor circus, niet alleen omdat ze het fysiek en economisch te risicovol vonden maar omdat ze zich gewoon niet konden inbeelden dat dat een carrièremogelijkheid was.” Vicki werkte vanaf 1997 als luchtacrobate bij diverse buitenlandse circussen maar had het gevoel daar haar identiteit daarin niet gehonoreerd werd. Het leidde tot de oprichting van haar eigen gezelschap Upswing Company (https://upswing.org.uk/) in 2007 met als voornaamste doelstelling ervoor zorgen dat de global majority zich gerepresenteerd voelt in voorstellingen maar ook in opleiding.

“We mogen het belang van rolmodellen en authenticiteit niet onderschatten. Circus en bij uitbreiding alle hedendaagse kunsten vertrekt nog altijd vanuit een Eurocentrische blik, wat zich ook reflecteert in de instroom van jonge en nieuwe artiesten. Als mensen uit de global majority al in het circus belanden, dan gaan ze zich vaak assimileren omdat ze zich niet gerepresenteerd voelen. Omdat ze er ook geen safe space vinden, een ruimte waarin je je niet vreemd voelt.” Upswing Company rekruteert daarom voor hun producties deelnemers via andere dan de geijkte paden. “Een open call werkt niet - hoe democratisch en open dat ook lijkt - omdat je niet de juiste kanalen benut om die mensen te bereiken. We zijn voor ‘Ancient Futures’ zelf op zoek gegaan: de percussionist-jongleur vonden we in het park, de B-boy in het hip hop milieu, een ander in het dancehall milieu. Uiteindelijk is er één artiest in deze circusperformance die effectief ook in een circushogeschool heeft gezeten.”

De maatschappij wordt steeds meer divers terwijl het hedendaags circus erg self centered is met het gevaar irrelevant te worden.

Vicki Dela Amedume, oprichtser UPSWING

“Wanneer er gesproken wordt over de global majority gebeurt dit nog altijd te vaak vanuit het gebrek en vanuit de wij-zij gedachte: wij gaan iets aanbieden dat goed is voor hen. Dat is een typische missioneringsgedachte. Het is goedbedoeld maar vertrekt niet vanuit de  sterkte van de groep die je wil bereiken en is geen gelijkwaardige verhouding tot samenwerken.” Voor Vicki is het duidelijk: “De slechtste motivatie om te diversifiëren is omdat het goed staat in je dossier en je dan een vakje kan aanvinken. Je moet ervan overtuigd zijn dat participeren in cultuur een mensenrecht is en dat je de mogelijkheden daartoe laat zien aan meer dan een beperkte niche. De maatschappij wordt steeds meer divers terwijl het hedendaags circus erg self centered is met het gevaar irrelevant te worden. We hoeven nochtans maar naar het circusverleden te kijken om te beseffen dat het een van de meest inclusieve kunst -én samenlevingsvormen was, dus laat ons samen groeien in wat circus is en terug kan worden.”

Circus is ook een job

Ook de Londense circusschool, het National Centre for Circus Arts (NCCA), staat voor die uitdaging om een diverser studentenbestand aan te trekken. Zowel de Brexit als het wegvallen van bepaalde fondsen hebben de internationale aantrekking geen goed gedaan en daarbij komt ook nog eens het hoge inschrijvingsgeld (9200 pond) waardoor de financiële drempel erg hoog ligt niettegenstaande een handvol beurzen en studentenleningen. Het grootste voordeel van deze circusschool is echter dat de jeugdatelierwerking en hogeschool samen in één gebouw zitten wat opportuniteiten schept qua doorstroom.

Voor alles zijn we afhankelijk van fondsen en giften wat een langetermijnvisie of -werking hypothekeert.

Rio Chanae-Hayles, participatie coördinator NCCA

Het NCCA is gehuisvest in een karaktervolle oude krachtcentrale in het centrum van Londen en bestaat uit twee atelierruimtes, vele kleine leslokalen en één grote hal waarin vooral aan aerial wordt gedaan. Deze hal wordt ook verhuurd voor evenementen om zo extra inkomsten te genereren.

NCCA
Copyright Jecsan Jimenez Leon

Zo zijn er tijdens de zomervakantie repetities aan de gang voor een grote musical op West End. “Vroeger maakte de school deel uit van een scholenkoepel met onder meer het conservatorium voor dans en drama. Vier jaar geleden zijn we daaruit gestapt omdat het systeem voor ons niet werkte.

Het geeft ons nu de vrijheid om zelf trajecten op te zetten, maar maakt onze financiële situatie erg onzeker,” vertelt participatie coördinator Rio Chanae-Hayles.

In 2021 is het NCCA een toegankelijkheids- en participatieplan opgestart met verschillende projecten. Zo was er een initiatief met blinde veteranen in samenwerking met Graeae Theatre Company en loopt er momenteel in de ateliers een project voor kinderen met autisme spectrum stoornissen. Alleen kan dat project enkel blijven doorgaan zolang het fonds strekt en dat is de grootste uitdaging, vindt Rio: “Voor alles zijn we afhankelijk van fondsen en giften wat een langetermijnvisie of -werking hypothekeert.”

De hoge inschrijvingsgelden wil de school gebruiken om een meer diverse instroom te kunnen garanderen. Daarom hebben ze het traject ‘CircoSpire’ opgestart waarbij ze de buurt, de atelierwerking en de hogeschool willen verbinden. In samenwerking met twee lokale secundaire scholen geven ze ateliers waarbij na twaalf weken aan de meest geëngageerde leerlingen enkele vrije plaatsen in de atelierwerking wordt gegeven. Deze leerlingen mogen gratis in de circusschool trainen, kunnen ook shows zien, debatten bijwonen en samenwerken met de professionele artiesten die er trainen. Dat allemaal in de hoop dat ze misschien aan het einde van hun middelbare schooltraject kiezen voor een professionele carrière.  Want dat is vaak de eerste stap: “Het besef dat circus een carrièremogelijkheid is, is voor veel van die jongeren een openbaring.”

In de overtuiging practice what you preach werkt NCCA ook hard aan het diversifiëren van hun lerarenbestand. Daarvoor proberen ze ook de band met Upswing Company aan te halen dat sinds Corona op een laag pitje staat, maar kijkt de school vooral ook buiten circus naar andere docenten zoals operazangers, theaterregisseurs…. Over de muurtjes kijken naar andere disciplines doen ze ook bij het rekruteren van studenten voor de hogeschool. NCCA trekt naar sport georiënteerde scholen en turnclubs  en geeft er workshops om te inspireren. Een logische piste vinden ze: turners hebben vaak dezelfde intrinsieke motivatie maar missen er de vrijheid en creativiteit die circus biedt.

Het besef dat circus een carrièremogelijkheid is, is voor veel van die jongeren een openbaring.

Rio Chanae-Hayles, participatie coördinator NCCA

De school is eerlijk. “Of al deze projecten het verhoopte resultaat zullen opleveren, is nog afwachten. We zitten volop in een leerproces en vaak zijn die projecten erg kosten -en arbeidsintensief en voor slechts een beperkt aantal jongeren toegankelijk. Het blijft een moeilijke zoektocht naar manieren om ook de reguliere jeugdateliers diverser te maken.  En tegelijk zijn het vaak simpele dingen die drempelverlagend werken: zorgen dat de jongeren iets te eten krijgen ter plekke,  dat hun vervoerkosten worden vergoed, dat je je eenvoudig kan aanmelden met pen en papier. Ook is het belangrijk om de ouders zoveel mogelijk te betrekken en voortdurend in contact te staan met jeugdpleinwerkers of andere zorgverleners. Twee bevlogen leerkrachten bepaalt soms het welslagen of niet.”

Circus als (zelf)zorg

Het belang van samenwerking over sectoren heen staat ook centraal tijdens de editie 2023 van het Freedom Festival dat het eerste weekend van september in Hull doorgaat. Hull, was voor de Brexit de achtste grootste havenstad van Europa en heeft zijn rijkdom vooral aan die economie te danken. De implicaties naar de toekomst zijn navenant. Hier wordt dan ook smalend gereageerd op het doorknippen van de band met het Europese vasteland.  “Ik hoop dat ze daar in Londen tot inkeer komen en dat de Brexit teruggedraaid wordt. Het belang van internationale samenwerkingen is het gedeelde besef dat andere mensen in andere landen dezelfde verlangens koesteren en met dezelfde probleem worstelen als jij en ik.  We zonderen ons steeds meer van elkaar af en verliezen zo de connectie en vooral de dialoog,” aldus Mikey Martins, directeur van Freedom Festival Hij ziet met lede ogen hoe het isolement van Groot-Brittannië, ook en zeker in Hull, mensen steeds meer in armoede duwt. “Er is nood aan solidariteit. Vanuit Hull kunnen we bij goed weer Nederland zien, daar is er een sociaal zekerheidssysteem dat wel werkt, waar wachten we dan op?”

Freedom Festival is een multidisciplinair festival met een grote focus op outdoor podium, beeldende kunst en participatieve projecten. “Maar,” benadrukt Mikey, “ik ben geen sociaal werker. Wat we doen vertrekt altijd vanuit een artistieke premisse.” Zo zette Collectif Malunés vanuit zijn productie ‘We agree to disagree’ een project op in enkele middelbare scholen waarbij vertrouwen en vertrouwen geven aan elkaar de inzet is. Met de debatreeks Freedom talks’ reflecteert het festival op hoe de kunsten een impact kunnen hebben op thema’s als klimaatveranderingen, sociale onrechtvaardigheid of zoals tijdens deze editie: de impact van circus op welzijn en dan specifiek met betrekking tot kinderen en jongeren. Het festival nodigde daarvoor een delegatie Vlaamse circusateliers uit om enkele straffe praktijken te delen zoals het ‘TaRMaK’ project van het Antwerpse atelier Ell Circo D’ell Fuego en ‘Circus Clinic’ van het Leuvense atelier Cirkus in Beweging.

Het belang van internationale samenwerkingen is het gedeelde besef dat andere mensen in andere landen dezelfde verlangens koesteren en met dezelfde probleem worstelen als jij en ik.  We zonderen ons steeds meer van elkaar af en verliezen zo de connectie en vooral de dialoog.

Mikey Martins, directeur Freedom Festival

Tijdens het panelgesprek verzamelen zich niet enkel cultuurwerkers maar ook veel mensen uit de zorg en de academische wereld. Andrew Smith werkt voor de universiteit van Belfast waar hij onderzoek voert naar ‘moderne slavernij’, een term waarvan hij meegeeft dat die ook erg beladen is en ter discussie staat gezien de referentie naar de koloniale geschiedenis. “Met moderne slavernij omschrijven we alle praktijken waarbij mensen ongewenst geëxploiteerd worden.” Hij focust daarbij vooral op kinderen die seksueel of crimineel worden uitgebuit en verwijst ook expliciet naar de alomtegenwoordige county lines die ook in de voorstelling van Justice in Motion aan bod kwamen.

Toon Heylen, trainer Cirkus in Beweging , vertelt over ‘Circus Clinic’, een internationale samenwerking met het Leuvens circusatelier, het Italiaanse Fondazione Uniti per crescere insieme en Tsjechische Cirqueon. “Onze betrachting is de brug maken tussen de wereld van circus en die van mentaal welzijn.” Samen ontwikkelden ze ook een handboek: ‘Circus Clinic, the art of wellbeing’ waarbij therapeute Vicki Pompe nauw betrokken was. Vicki is afkomstig uit het VK maar woont sinds 2008 in Gent. Oorspronkelijk acrobate (bij Fullstop Acrobatic) heeft ze zich omgeschoold tot dans -en bewegingstherapeut. Ze werkt bij De Korbeel, het kind- en jeugdpsychiatrie ziekenhuis in Kortrijk en heeft een eigen praktijk in Gent  Zij gebruikt circus als techniek in haar therapie en deelde in het boek ook enkele mooie verhalen hierover.

Waarom net circus inzetten als tool bij therapie? De argumenten zijn talrijk en hartverwarmend.

Vicki Pompe

“Ik geef geen circus -of dansles,” benadrukt Vicki. “Ik laat de beweging vanuit de persoon zelf komen om die in staat te stellen uit te drukken wat met woorden niet lukt.” Ze vertelt over een 13-jarig meisje dat seksueel misbruikt was en in de psychiatrische afdeling was opgenomen. “Ze wou niet spreken over wat haar overkomen was en we wilden haar daar ook niet in pushen. Toen ik vroeg wat ze graag wou doen, zei ze op een gegeven moment ‘Ik zou graag zelf een choreografie maken’. Toen ik vroeg waarover, haalde ze haar schouders op en stelde ik boud voor dat ze een dans zou maken over wat haar overkomen was. Je voelde haar eerst blokkeren maar toen over zichzelf uitstijgen en ‘ja’ zeggen.  We hebben drie maanden samen gewerkt op de choreografie. Het feit dat ze creatief kon bezig zijn én dat zij de volledige controle had over het proces voelde als erg bevrijdend voor haar. Ze vroeg op een bepaald moment of ik binnen de dans de rol van de dader wou spelen. Ik vond dat bijzonder intens en het grappige was dat zij op bepaald moment aan mij zei: ‘Relax Vicki, je gaat het goed doen, dans gewoon.’ Toen de choreo af was wou ze die graag tonen, we hebben die gepresenteerd aan de afdeling en het zorgpersoneel. Iedereen huilde. Het verwonderde haar want zei ze: ‘We hebben niet gehuild tijdens het maken, we hebben vooral plezier gehad en veel gelachen.’” Het zijn aangrijpende getuigenissen waarover Vicki vertelt. Zoals over het meisje dat na een zelfmoordpoging haar vertrouwen in anderen en zichzelf terugkreeg door met de groep een piramide te vormen.

Waarom net circus inzetten als tool bij therapie? De argumenten zijn talrijk en hartverwarmend, aldus Vicki: “Omwille van het spel, het non-verbale, je eigen lichaam de baas zijn, grenzen durven opzoeken, geduld en herhaling, het innerlijk kind herontdekken, creativiteit toelaten, leren van je fouten met vallen en terug opstaan, zelfreflectie en zelfvertrouwen, omdat het inclusief is in gewoontes en afkomst en talen, om hulp te bieden en te aanvaarden, om verantwoordelijk te nemen, om je eigen tempo te bepalen….”

Het zijn  eigenschappen die ook Ell Circo D’ell Fuego wil uitdragen met TaRMaK. Dit project, dat ontstond vanuit het Antwerpse circusatelier en inmiddels ook al navolging kreeg bij Circusplaneet in Gent, focust op kinderen en jongeren van 8 tot 14 jaar die te maken hebben met intrafamiliaal geweld. Joris Herweyers is projectcoördinator van TaRMaK en werkte vroeger als sociaal werker bij het Familie Justitie Centrum Veilig Thuis. “Ik merkte hoe mensen vooral veel praten over kinderen maar zelden met de kinderen. Kinderen belanden te vaak in de hulpverlening als het al te laat is. Studies hebben aangetoond dat daardoor het risico groot is om later in die spiraal van geweld te blijven, is het als slachtoffer dan wel door dader te worden.  Hoe vroeger de interventie, hoe makkelijker dat patroon te doorbreken is.”

“Het is voor kinderen en jongeren die zich in een kwetsbare thuissituatie bevinden, erg moeilijk om zich gewoon verbaal te kunnen uiten. Circus kan dan een fysieke uitlaatklep zijn. We organiseren wekelijkse trainingen en werken met kleine groepen en extra begeleiding om volop aandacht te kunnen geven. Daarnaast doen we ook specifieke kampen in die wijken waar volgens politiecijfers de meldingen van huiselijk geweld hoog zijn. Voor het kind of de jongere is het vooral fijn om eens niet als client, patiënt of probleem behandeld te worden maar gewoon voor wie ze zijn.”  Of zoals ook een kind in de documentaire, die over het project werd gemaakt, zegt: “TaRMaK is gewoon een circusschool.”


En wat denken de ateliers? Enkele aanbevelingen over inclusie, diversiteit en doorstroom.

1. Zoek het niet te ver, maar kom naar buiten. “De wereld komt vaak samen op de vierkante kilometer van je atelier. Loop eens rond in de buurt, vraag of ze de atelierwerking kennen, of ze circus kennen, of het iets voor hen zou zijn. We vergeten in alle studies dat het uiteindelijk op echt veldwerk aankomt.”

2. Werk samen met mensen en organisaties die de kennis en het netwerk hebben. “Je hoeft niet alle werk alleen te doen en telkens het warm water uitvinden. Zet in op wat er al is aan buurtwerkingen, jeugdhuizen enzovoorts. Want zij zijn doorgeefluik, vertrouwenspersoon en vangnet ineen.”

3. Laat niet los. “Het probleem is niet om kinderen en jongeren van diverse en moeilijke achtergronden te vinden maar ze langdurig verbinden. Werk met huisbezoeken, een whatsapp groep, blijf hen bij de les houden ook wanneer er geen les is.”

4. Soigneer. “Het belang van een warm onthaal is niet te onderschatten met eventueel wat kleins om eten, iemand die voor sfeer zorgt maar ook tijd biedt en heeft voor een luisterend oor. Ideaal is er los van een lesgever, een tweede begeleider die als ‘spons’ kan fungeren.”

5. Benader iedereen als individu. “Laat de kinderen en jongeren waarbij je de goesting voelt om circus te blijven doen, vlug genoeg ontwikkelen naar iets wat hun volle interesse wegdraagt want hun aandachtspanne is beperkt. Het is belangrijk om te investeren in persoonlijke trajecten los van de reguliere werking.”

6. Diversifieer je lesgeversbestand. “Zorg voor rolmodellen waarin de deelnemers van de ateliers zich herkennen zodat ze toekomstperspectieven daarin zien.”

7. Stimuleer (internationale) uitwisseling. “Deel lokale ervaringen en expertise zowel in de good practices als waar het soms moeilijk loopt. Zet in op internationale uitwisseling zowel voor lesgevers als leerlingen door bijvoorbeeld een uitwisselingskamp te organiseren.”

8. Time is money. “Om al bovenstaande aanbevelingen structureel mogelijk te maken, is meer tijd en meer energie nodig. En dat is iets dat we bovenop onze bestaande atelierwerking -zeker met de boom van het succes van de reguliere circuslessen- momenteel niet hebben. Meer tijd  en meer energie vraagt ook meer geld, mensen en middelen.”

(Met dank aan Kiki, Jecsan, Jasmijn, Janne, Julian, Line, Silke, Therese verbonden aan Ell Circo D’Ell Fuego en Circusplaneet tijdens een geanimeerd gesprek in het zonovergoten Greenwich Park)


De twee werkbezoeken – naar London (26-28/08/2023) en naar Hull (1-3/09/2023) – werden georganiseerd in het kader van de samenwerking met het VK met middelen uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR). De focus lag op expertise uitwisseling rond inclusie, zorg en welzijn. De delegatie aan Vlaamse kant bestond uit mensen verbonden aan de circusateliers uit Gent, Antwerpen en Leuven. Dit initiatief sluit aan bij het bredere inclusietraject dat Circuscentrum samen met de sector in 2023 heeft opgestart.

Tijdens het eerste jaar organiseerden Circuscentrum, Ell Circo D’ell Fuego, Circusplaneet en Circus Zonder Handen samen een vorming rond inclusie voor circustrainers.

Nu trekken we de dialoog open naar de rest van de sector (artiesten, festivals, werkplaatsen, …) om te komen tot een concreet actieplan.